donderdag 27 februari 2020

De tong van Lucifer


wankelend op zijn gevesten
door de wind bijna geveld
vraagt de duivel in de polder
zijn mijn dagen nu geteld?

de hemel kan ik niet meer likken
het goede Gods is mij de baas
dauw en zand moet ik gaan slikken
uit is nu mijn wild geraas

de wil van God beperkt mijn machten
laat mij kraken traag en diep
weggevloeid zijn al mijn krachten
kermend buig ik in ’t geniep

hopend op een reparatie
biddend tot het grootste kwaad
laat mij likken aan de hemel
zodat ik het goede schaadt

kunst is er om te waarderen
kunst ontstijgt, op elk niveau
maar wie t duistere wil geloven
krijgt satan erbij cadeau

© Juul Baars 27 februari 2020
Stadsgedicht

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Leroy van der Hurk

  hij vult de leegte die hem wordt geboden hij spreekt het woord van blijdschap en van smart hij kent het leven, nog zo jong van jaren e...